Attitude hulpverleners moet verbeteren'

28-05-2013 11:34

Attitude hulpverleners moet verbeteren'

Na de dood van de broertjes Ruben en Julian laait de discussie over jeugdzorg in Nederland weer op. Na soortgelijke voorvallen was dat niet anders. "Hulpverleners hebben onvoldoende macht."

Foto: ANP

Het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid loog er twee jaar geleden niet om. In een studie naar 27 ernstige kindermishandelingen, deels met fatale afloop, luidde de belangrijkste conclusie dat de overheid zijn verantwoordelijkheid voor de veiligheid van een kind niet kan waarmaken. Wat volgde, was een lijst met aanbevelingen.

"Sindsdien is het opmerkelijk stil gebleven", zegt Mariëlle Bruning, hoogleraar jeugdrecht en tevens lid van de begeleidingscommissie rond het onderzoek.

Beroepsgeheim

Volgens Bruning kwam het rapport hard aan in de sector. "In de beroepsgroep zelf is wel aandacht voor verbeteringen, maar er is weinig sturing vanuit de regering. Het toezicht en de aansturing moeten steviger, er gaat nog te veel mis."

In haar oratie uit 2006 sprak Bruning al over gebrekkige gegevensuitwisseling. "Dat is nog steeds actueel. Bij vermoedens van mishandeling verschuilen artsen en leraren zich vaak achter hun beroepsgeheim, ze weten niet welke informatie ze mogen delen. Die beroepsattitude moet veranderen."

Dagelijks dilemma

Toch gaat er ook veel goed, zegt Tom van Yperen van het Nederlands Jeugdinstituut. "Jaarlijks komen 200.000 tot 250.000 kinderen met jeugdzorg in aanraking. Het leeuwendeel is tevreden, al hebben we nog te weinig informatie over de resultaten.

De grootste knelpunten doen zich voor in situaties waarin ouders niet willen meewerken. In zeer kritische situaties mogen hulpverleners acuut ingrijpen, anders moeten eerst enkele stappen worden doorlopen. Die bevorderen de zorgvuldigheid, maar kosten tijd. De inschatting of die tijd er is, vormt een dagelijks dilemma."

Vechtscheiding

Bij Ruben en Julian waren de ouders verwikkeld in een vechtscheiding. Bruning vindt dat de wet het hulpverleners bijna onmogelijk maakt om in zulke situaties adequate hulp te bieden.

"In 1998 is wettelijk bepaald dat ouders na een scheiding beiden verantwoordelijk blijven voor de kinderen. Maar als zij recht tegenover elkaar staan, raakt een kind ernstig in de knel. Bureau Jeugdzorg kan weliswaar de opdracht krijgen om toezicht te houden, maar kan de omgangsregeling zelf niet wijzigen. Ondertussen halen de ouders alles uit de kast om elkaar het leven zuur te maken, vaak tot onterechte meldingen van mishandeling aan toe. Je moet steeds maar uitzoeken wat wel en niet waar is. Ik hoop dat de discussie zich de komende weken hierop toespitst. Zolang beide ouders bij vechtscheidingen het juridische gezag houden, heb je als hulpverlener onvoldoende macht."

Resultaten

Ondertussen doen hulpverleningsinstanties hun best om hun werkwijze te verbeteren. Van Yperen: "Het is algemeen bekend dat jeugdzorg niet optimaal functioneert. Dat is ook de reden dat vanaf 2015 de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid wordt overgeheveld naar gemeenten. Maar ook intern zie ik dat er stappen worden gezet. Het probleem is dat we geen idee hebben over de concrete resultaten van al het werk. Het drama rond Ruben en Julian is verschrikkelijk, maar niemand weet hoeveel van dit soort situaties worden voorkomen."


Maak een gratis website Webnode